In de bovenbouw word je voorbereid op je eindexamen. In de tweede fase is het
behalen van het centraal schriftelijk lang niet meer het enige doel. Naast vakinhoudelijke
kennis moet je ook leren studeren. Voortgangsbewaking wordt daarmee een belangrijk
onderdeel van het onderwijsproces. Om inzicht te verkrijgen in zowel de studiehouding
als het bereikte niveau zullen in de bovenbouw wekelijks voortgangstoetsen beschikbaar
zijn. Daarmee zijn er bij de sectie natuurkunde drie soorten toetsen per toetsperiode.
De voortgangstoets, de tussentijdse toets en de toets in de toetsweek.
|
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
|||
![]() |
Je krijgt wekelijks voortgangstoetsen aangeboden via deze website of via
het switch-uur. Deze voortgangstoetsen zijn gemaakt met als doel je te helpen
jouw studiemethode te optimaliseren. Een deel van de voortgangstoets toetst
of je de net behandelde stof hebt begrepen en de rest van de voortgangstoets
herhaalt stof die reeds eerder is behandeld en voor de komende toetsweek wederom
op het programma staat. Voor een optimaal resultaat moet je dus zorgen dat
je een toets voor een bepaalde week ook in die week maakt en niet achter raakt.
Je moet per slot van rekening weten of je de net behandelde stof zo goed beheerst
als dat je docent verwacht. Als je tekorten constateert dien je vragen te
stellen en zo snel mogelijk jouw probleem op te lossen. Vaak is de stof van
de ene week de voorkennis voor de volgende week. Achterstand kun je je dus
meestal niet permitteren.
Bedenk tevens dat je alle stof voor je examen moet kennen. Jouw studiemethode
moet dus zodanig zijn dat je zoveel mogelijk stof onthoudt! Je dient dus tijd
te reserveren voor herhaling, want het examen toetst wat je weet, niet wat
je ooit geweten hebt!
Je voorbereiding voor het eindexamen begint in de vierde klas. Je
krijgt slechts vier keer per schooljaar de gelegenheid om te bewijzen dat
jij je de stof hebt eigen gemaakt die je moet beheersen om met succes op examen
te gaan. Om je te helpen in te schatten in hoeverre je bepaalde stof beheerst
(of oude stof nog steeds beheerst) worden wekelijks voortgangstoetsen via
deze site beschikbaar gesteld. Tevens worden de antwoorden op de vragen in
deze toetsen toegankelijk gemaakt via deze site. Elke leerling wordt geacht
deze toetsen te maken en te bewaren in het examendossier.
In de toets van de toetsweek zijn 2 van de 10 punten te behalen met een opgave
die letterlijk uit deze voortgangstoetsen wordt genomen. Bij inhaalwerken
wordt geen letterlijke opgave gevraagd.
Jouw docent kan strengere afspraken maken naar aanleiding van jouw studieresultaten.
Hij kan bijvoorbeeld een aparte voortgangstoets maken die je bij hem in moet
leveren.
Alleen in de derde en de vierde toetsperiode zijn er tussentijdse
toetsen. De eerste twee perioden zijn relatief kort. Voor deze twee perioden
gaan we ervan uit dat de voortgangstoetsen genoeg mogelijkheden bieden om
jezelf voor te bereiden op de toetsweek. De derde en vierde toetsperiode zijn
duidelijk langer. In deze twee perioden krijg je dus extra hulp geboden om
tijdig te constateren als je de stof nog niet zo goed beheerst als je misschien
dacht. Op 4 HAVO en 5 VWO zijn deze twee laatste perioden zelfs onderdeel
van het schoolexamen (PTA).
De tussentijdse toets van een toetsperiode telt voor ongeveer 20% en de toets
van de toetsweek voor ongeveer 80% van die toetsperiode.
De toets in de toetsweek is een beoordelingstoets zoals bedoeld in het leerlingstatuut
(artikel 9).
Het examendossier is bedoeld voor jou en jouw docent om inzicht te krijgen in jouw studiehouding/methode.
Het examendossier omvat minimaal de onderstaande onderdelen.
• Alle door jou gemaakte voortgangstoetsen, tussentijdse toetsen en
proefwerken.
• Samenvattingen (studiehulpbestanden) van alle onderwerpen die aan
de orde zijn geweest.
• Alle RTTI-analyses die je van jouw toetsen hebt gemaakt.
• Alle afspraken die met jouw docent zijn gemaakt.
Een docent kan extra afspraken met jou maken.
Het examendossier moet te allen tijde op verzoek van jouw docent, op korte
termijn, kunnen worden voorgelegd. Korte termijn betekent dat de docent aan
jou kan vragen het dossier de volgende schooldag bij hem in te leveren.
Je moet jouw dossier dus voortdurend bijhouden.
Het examendossier is een snelhechter of klapper met daarin, netjes geordend,
alle gevraagde onderdelen.
Het geheel moet in nette toestand verkeren.
Het examendossier kan worden doorgenomen met mentor of ouders als daar aanleiding
toe is.
Het examendossier is in elk geval mee te nemen naar de ouderavond.
Last but not least.
Het examendossier is een handelingsdeel van het PTA natuurkunde. Mocht het
niet in orde zijn dan treden alle regels in werking die in het Examenreglement
betreffende handelingsdelen zijn vastgelegd.
Concreet: je kunt niet worden bevorderd, of je mag niet op examen gaan, als
een handelingsdeel niet met tenmiste de beoordeling voldoende is afgesloten.
Naast deze standaardwerken worden er voor de “betere” leerlingen
ook met enige regelmaat andere activiteiten zoals practica, extra onderwerpen
of voortgangstoetsen van een hoger niveau aangeboden. Deze activiteiten kunnen
worden uitgevoerd in plaats van de standaard voortgangstoetsen of als extra
naast de standaard voortgangstoetsen. De extra activiteiten zijn echter alleen
na toestemming van de vakdocent als vervanging voor de standaard voortgangstoetsen
in te zetten en zijn in principe alleen voor de “betere” leerlingen.
De studielast en moeilijkheidsgraad worden op de website bij de opdrachten
vermeld.
Het inititaief om dit te doen ligt bij de leerling. Je moet je dus bij de
docent melden om hier gebruik van te maken.
Mocht je een onderwerp bijzonder moeilijk vinden dan kun je bij jouw docent
terecht om daar te vragen voor voortgangstoetsen die speciaal voor jou gemaakt
worden en betrekking hebben op dat deel van de stof waar je problemen mee
hebt. Daarnaast kun je gebruik maken van de opgavendatabase om zelf opgaven
uit te zoeken die je wilt oefenen voor een bepaald onderwerp.
Je kunt natuurlijk ook met jouw docent overleggen over de boeken uit de mediatheek
die je het beste zou kunnen gebruiken als extra ondersteuning bij jouw studie.
Bij elk onderwerp staat op deze site aangegeven in welk hoofdstuk uit welk
boek je dat onderwerp kunt vinden.
In de mediatheek staan twee bovenbouwmethoden. Systematische Natuurkunde is,
zoals de naam al zegt, systematisch opgebouwd. Het is wat betreft de manier
van uitleg vergelijkbaar met de readers, maar er staan meer (eenvoudigere)
opgaven in. Pulsar is een methode die is gebaseerd op opgaven. In deze methode
tref je dus veel opgaven aan.
De sectie beschikt over nog meer varianten van boeken. In overleg met jouw
vakdocent kun je deze boeken voor langere termijn lenen bij de sectie. Het
initiatief daartoe ligt te allen tijde bij de leerling.
De cijfers van de toetsperioden worden na de toetsweek in magister ingevoerd
en zijn dan in te zien. Tussentijdse cijfers van toetsen of verslagen kunnen
tijdens de toetsperiode worden ingevoerd in magister, maar uiterlijk samen
met de resultaten van de toetsweek.
Je bent zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van jouw kennis en vaardigheden.
De sectie stelt wekelijks voortgangstoetsen beschikbaar waaruit blijkt wat
je op dat moment geacht wordt te beheersen. Het is aan jou om tijdig aan de
bel te trekken als je merkt dat de voortgangstoetsen niet zo soepel gaan als
dat dat eigenlijk zou moeten.
Er zijn dus niet of nauwelijks tussentijdse cijfers, de voortgangstoetsen
vormen de basis van de voortgangsbewaking.
Naast de wekelijkse voortgangstoetsen is er natuurlijk ook het “gewone”
huiswerk.
Het gewone huiswerk is dan met name het LEREN van feiten, formules, theorie
en technieken, zoals je deze bent tegengekomen in de les, in de readers en
in de voortgangstoetsen.
In de mediatheek zijn boeken beschikbaar. Mocht je behoefte hebben aan meer
opgaven dan zijn verwerkt in de readers en de voortgangtoetsen dan kun je
gebruik maken van deze boeken. Er zijn niet-uitleenbare exemplaren en een
beperkt aantal uitleenbare exemplaren beschikbaar.